Dit artikel is geschreven voor Bibliotheek Nieuwe Stijl, 25-02-2017.
“Hier! Hier moet ik de tunnel graven, dan kan ik zo het huis in via de geheime gang achter de muur. Oh nee, niet aanvallen! Ga weg, je moet niet in mijn huisje komen!”
Bovenstaande is iets dat vrij veel op een gesprek lijkt. Een gesprek dat ik steeds vaker in het Digilab lijk te horen maar in werkelijkheid geen gesprek is. Dit is een monoloog. Een monoloog die een kind vol enthousiasme, soms zelfs luidkeels, tegen de computer lijkt uit te spreken. Het begon me op te vallen dat het vaker voorkomt dat een kind achter die ene Acer computer zonder geluid Minecraft zit te spelen en in zichzelf begint te praten. Enigszins moet ik bekennen dat ik dit wel herken van mijn eigen jeugd maar ik realiseer me ook dat hier misschien meer achter zit. Misschien is Minecraft wel het perfecte gereedschap om het “In jezelf praten” te faciliteren. Laten we de oorzaak van deze observatie proberen te achterhalen…
Minecraft
Eerst moeten we een stapje terug doen en bekijken wat Minecraft precies is. Minecraft is een computerspel voor de PC dat vaak gespeeld wordt in het Digilab. De 3D-wereld van Minecraft is opgebouwd uit grote vierkante blokken waarmee de speler zelf iets kan bouwen. We kunnen tunnels graven, materialen uit de aarde ontginnen, forten bouwen, geheime gangen en deuren maken enzovoorts. Minecraft is al geruime tijd een hit in het Digilab en is een ongekend succes onder gamers over de hele wereld. Het is een game die we aanbieden omdat het de creativiteit aanmoedigt door zelf iets te maken en er geen bloed of geweld in voorkomt. Het bevat slechts enige milde “Cartoon violence” misschien, van een bom die afgaat of een zombie die de speler aanvalt.
Geen verhaal
Toch is er nog een andere hele belangrijke eigenschap van Minecraft die het onderscheid van andere games en misschien zelfs een verklaring kan bieden voor het monoloog van daarnet. Misschien kan deze eigenschap zelfs verklaren waarom Minecraft zo’n hit is geworden en waarom veel andere games niet zo’n lange levensduur hebben. Die eigenschap is naar mijn idee het ontbreken van een verhaallijn – ook wel narratief genoemd. Minecraft heeft namelijk geen verhaal, geen missies, geen doel, geen stemmen, geen filmpjes, geen uitleg in de vorm van tutorials en er is zelfs geen sprake van een duidelijk einde. Het is een oneindig grote bak met Lego als het ware. Sinds het grote succes van Minecraft heeft een andere uitgever van games wel het “Minecraft: Story Mode” uitgebracht. Dit om te kijken of er ook iets anders te doen is op basis van het succes en de technologie die voor handen ligt in Minecraft. Ook is er in Minecraft zelf na verloop van tijd een soort eindscenario bedacht voor de speler, namelijk het verslaan van de Ender Dragon. Zoals de naam al zegt biedt de Ender Dragon een mogelijk ‘End’ voor de spelers die toch graag een vaststaand doel willen in de wereld van Minecraft.
Deze Story Mode en Ender Dragon zijn echter latere toevoegingen, die afwijken van de kern die Minecraft naar mijn idee zo sterk maakt: als speler creëer je je eigen narratief en doel, doordat die niet aangeboden worden vanuit de game.
Emergent Narrative
Omdat de wereld van Minecraft in feite “stil” is zonder stemmen of verhaal, gaat de speler zelf een narratief bedenken om toch betekenis te geven aan de handelingen die hij of zij doet. Dit is een menselijke eigenschap. Als we willekeurige plaatjes bekijken zullen we deze aan elkaar koppelen in ons hoofd met een klein stukje narratief, dit is wat in onze slaap bijvoorbeeld gebeurt en kan zich bewust of onbewust voordoen. Het fenomeen van dit eigen narratief maken in een computergame door middel van spelen heet ‘Emergent Narrative’. Het Emergent narrative is het narratief dat ontstaat vanuit het systeem van het spel zelf in plaats van een vooraf bedacht verhaal dat aan de game is verbonden door een scenarioschrijver. Een typisch “Minecraft verhaal” is dus iets als:
“Het werd donker dus ik ging een fakkel zoeken. Er kwamen allemaal zombies op de nacht af, en hierdoor besloot ik mijn eigen fort te bouwen. Maar toen bleek ik niet genoeg materialen te hebben en moest ik weer helemaal teruglopen. En daar stond opeens die Creeper weer!”
Dit is al iets dat sterk begint te lijken op het monoloog waar ik mee begon. Het ontstaan van dit Emergent Narrative gebeurd dus in het hoofd van de speler. Zonder de menselijke interpretatie van de speler zouden dit maar wat willekeurige variabelen en gebeurtenissen zijn in een digitale wereld. Hier hebben we dan denk ik ook de voornaamste reden te pakken waarom de kinderen in het Digilab in zichzelf aan het praten waren, afgezien van het feit dat het kinderen zijn en dat ze graag spelen en geluid maken.
Omdat dit “Minecraft verhaal” dus niet wordt uitgesproken door de game zelf en ook niet verbaal wordt gemaakt of wordt vastgelegd, moet het vaak op de een of andere manier geuit worden. De situatie op die ene Acer PC die ik omschreef is ook een hele stille situatie omdat er geen geluid vanuit de game zelf komt. Normaal zou je nog een rustige ambiance horen in de spelwereld, of de geluidseffecten van de acties die de speler pleegt. Kortom, het kind moet deze stilte wel doorbreken. Als het kind niet begint te praten, zou het Emergent Narrative altijd binnen de gesloten cirkel van de game en de interne belevingswereld blijven van het kind. Het narratief wil eruit, anders blijven denk ik te veel bijkomstige emoties en details van het verhaal opgesloten en onuitgesproken.
Ook dat is trouwens een bekend Digilab/Minecraft-fenomeen: kinderen die zich inhouden, maar hun enthousiasme nauwelijks kunnen onderdrukken – wat resulteert in een stortvloed van verhalen of omschrijvingen over wat ze allemaal gedaan hebben zodra een vriendje er eindelijk bij komt zitten of de moeder het kind komt ophalen.
Het hoofd van de speler
Wat me altijd treft is dat zo’n “systeem gedreven” spel als Minecraft oneindig veel opties biedt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een “verhaal gedreven” spel. Hierdoor blijft het denk ik ook onbeperkt leuk. Geen schrijver had de gekke omstandigheden kunnen verzinnen zoals de regels en willekeurige scenario’s van Minecraft soms botsen met de wil van een speler. Wat ik eigenlijk nog veel treffender vind is dat Minecraft daardoor een soort kleine wereld op zichzelf is. Een gesimuleerde microkosmos waarin de speler rondwandelt in een universum dat eigenlijk geen agenda of doel heeft met deze speler. Dit is dus voor een groot deel zoals in het echte leven en hierin schuilt denk ik ook de kracht van de kinderen die in zichzelf beginnen te praten.
Ze beginnen in feite orde en betekenis aan te brengen in wat ze meemaken. De computer heeft geen wil of intelligentie, de computer combineert maar gewoon een aantal vooraf geprogrammeerde voorwaarden en reageert verder klakkeloos. Het is echter het kind dat hier een verhaal in ziet, emotie vertoont en zelfs een persoonlijkheid geeft aan de zielloze skeletten, kippen, schapen en zombies die door de spelwereld slenteren. Hierdoor doet Minecraft iets dat alleen de meest indrukwekkende games doen: een leeg canvas bieden, dat je als kind kunt invullen met je gedachten en creativiteit.
Minecraft wordt op deze manier een verlengstuk van het kind, zoals de computer eigenlijk altijd al een verlengstuk was voor ons brein. Er zijn kinderen die het skelet als vriend zien, en het zelfs willen helpen. Er zijn kinderen die de wereld als eng en boosaardig beschouwen, die eindeloos blijven vechten en forten met geheime gangen bouwen tegen invloeden van buitenaf in de spelwereld. Er zijn tal van meisjes, die op een sociale manier met de wereld willen omgaan of zich volledig storten op het inrichten van een mooie woning. Dit alles is een virtueel dialoog van kind tot computer en komt pas tot leven in onze werkelijkheid zodra het kind begint te praten. Het wordt op dat moment pas een verhaal, dat plaats vindt in de werkelijkheid en dat besproken kan worden en geloofd kan worden, waardoor we het kind misschien uiteindelijk wel beter leren kennen.
Dus zo begon mijn dag met weer een kind dat in zichzelf praatte, juist op die ene Acer computer zonder geluid met Minecraft. En eindig ik ook in mezelf pratend, met een stukje over zelf narrativisering, emergent narrative en zelfs een gesimuleerde microkosmos. Tijd om eens een 3D-printje aan te gaan zetten in het Digilab.