DIT ARTIKEL IS GESCHREVEN VOOR ‘BIBLIOTHEEK NIEUWE STIJL’, 01-04-2017.
Afgelopen week stond ik in het Digilab een mail te beantwoorden. Het was hoog tijd dat dit mailtje de deur uit ging, dus enige haast was geboden. Nu had ik niet gezien dat iemand met me meekeek. Het was een jongen die zich verbaasde over mijn snelheid op het toetsenbord. Dit terwijl mijn typevaardigheid niet zo bijzonder is.
Gek genoeg was dit iets dat ik vaker zag: de jeugd kan niet zo snel typen en is zelfs het toetsenbord niet meer gewend. Dit had ik nou niet zien aankomen, was dit niet die jeugd die met technologie en alle digitale vaardigheden is opgegroeid? De kinderen die mij vaak juist dingen uitleggen over apps, games of memes die ik niet ken? En waar kwam bij mij dan die aanname vandaan dat deze jeugd blind zou kunnen typen?
Ik besloot het uit te zoeken en zag dit voorbeeld opeens in verband staan met een groter geheel.
Aanpassen door noodzaak
Toen ik op de basisschool zat was er nog een ouderwetse typecursus. Zo eentje op de typemachine. Mijn ouders wilden graag dat ik deze cursus ging doen, maar dit vond ik zelf maar niets. Typen was iets voor nerds, het was niet cool en de vaardigheid werd toen nog veel met administratief werk geassocieerd. Een receptionist kon misschien wel blind typen, maar wij besloten om goed te worden in 8-bit Nintendo of tekenen en sport. Dat was veel leuker.
Dit alles veranderde totaal met de komst van MSN Messenger. MSN was het chatprogramma uit ’99 waarmee alle jeugd elkaar ging opzoeken. Je kon eindelijk via het internet gesprekken voeren met vrienden op afstand. Je had een reden om mensen toe te voegen die je eigenlijk beter wilde leren kennen en je kon praten met die ene Amerikaan aan de overkant van de oceaan. Dit allemaal in een wereld van gekleurde letters, emoticons en vaak onder een alter ego naar eigen keuze. Kortom, er ging een wereld voor ons open. Zoals ik in een vorige blogpost over Snapchat al eens heb onderzocht, is het geen toeval dat de jeugd hier bovenop sprong. De jeugd die naar elkaar op zoek is en bovenal een eigen identiteit wil scheppen in een nieuw medium.
MSN zorgde er dus ook voor dat onze generatie zich aanpaste aan dit nieuwe medium en binnen een mum van tijd snel konden typen. We spraken niet alleen de nieuwe taal van afkortingen en emoticons, het ging ook nog eens in een razendsnel tempo. Wat interessant is, is dat die typecursus van de basisschool dus overbodig leek te worden voor de MSN’ers. Zelfs de kinderen die op die warme woensdagmiddag aan het zwoegen waren met hun typecursus op de oude typemachine, zouden worden ingehaald door de MSN-gebruikers. Er was dit keer een sociale functie verbonden aan het typen. Omdat we niet wilden achterblijven, leerden we onbewust met z’n allen een nieuwe vaardigheid: typen.
Superevolutie van vaardigheden
Ik merk dat we snel die aanname maken die ik in het begin omschreef: jeugd die opgroeit met technologie, is vaardiger dan wij op een computer. We weten echter helemaal niet hoe hun en onze toekomst eruit gaat zien. Dat typen is een goed voorbeeld. Nadat MSN zijn beste tijd er wel op had zitten, kwam er iets nieuws namelijk. Al die tijd had de mobiele telefoon ook niet stilgestaan in evolutie en hoewel het in het begin nog allemaal erg lastig was om een bericht te versturen, kwam hier wel de smartphone uit voort, met zijn virtuele toetsenbord.
De kinderen die ik op vandaag tref in het Digilab, horen natuurlijk nog steeds bij die generatie die constant op social media zit en enorm veel chat met elkaar. Ze zijn er mee opgegroeid en vinden het doodnormaal. Ze gebruiken nu alleen twee duimen op een virtueel toetsenbord, waardoor die typevaardigheid weer verloren is gegaan bij deze leeftijdsgroep.
Dit is denk ik een leuk voorbeeld van een kleine superevolutie die ik nu al heb mogen zien in mijn leven. Een technische evolutie maar ook een evolutie in vaardigheden. Mijn ouders konden niet typen, ze dachten dat dit in de toekomst wel belangrijk ging worden en wilden daarom graag dat ik het zou leren. Ik en mijn leeftijdsgenoten pikten het echter automatisch op door dingen als MSN. Nu gaat deze vaardigheid na tien jaar alweer verloren, bij een generatie van kinderen die opgroeit met een virtueel toetsenbord. Dit laat dus niet alleen zien dat we de toekomst moeilijk kunnen voorspellen op basis van onze huidige vaardigheden en gereedschappen. Het laat ook zien hoe flexibel we zijn en hoe snel onze vaardigheden veranderen door technologische innovaties. We zien een complete generatie jongeren blind typen door de komst van een simpel chatprogramma en dit meteen weer loslaten met de komst van een nieuwe telefoon.
Nog veel meer verandering door technologie
Natuurlijk is het voorbeeld van die kinderen met hun virtuele toetsenbord maar een klein voorbeeld van verandering door technologie. Er zijn talloze andere voorbeelden. Voor ons is de wereld kleiner geworden, we kunnen reizen, we hebben het nieuws van de wereld onder onze duimen op die smartphone. We staan in verbinding met elkaar. En waarom nog iets uit je hoofd leren, als je het ook razend snel kunt opzoeken? In die zin hebben we een echt verlengstuk van ons brein gemaakt waarmee we informatie direct kunnen opslaan en raadplegen buiten ons eigen hoofd.
Ik moest ook denken aan hoe de meeste mensen dagelijks in hun auto stappen om naar het werk te gaan. Zo’n auto heeft een perfecte mens-machine interface die we dagelijks gebruiken. We gebruiken onze voeten om snelheid subtiel op te bouwen of af te laten nemen en onze rechterhand laten we feilloos schakelen door het systeem van versnellingen. Het is wonderlijk hoe makkelijk we dit op grote schaal leren vanaf ons achttiende. We lijken samen te smelten met de auto waarbij technologie opnieuw een verlengstuk wordt van ons eigen lichaam. We zijn op dat moment in staat allerlei hoeken te zien en ons op hoge snelheden te verplaatsen. In de Amerikaanse jaren ’60 was de auto zelfs een statussymbool voor jongeren waarmee meisjes versiert werden, waarmee ritueel en hiërarchie ontstond uit de autocultuur en straatraces die plaatsvonden.
Ook gaan we anders kijken en denken door al die technologie. Waar we eerst een beeld braaf van links naar rechts bekeken door conventies uit het boek, schieten onze ogen nu alle kanten op als we voor een beeldscherm zitten. De vorm is veelal verticaal geworden in plaats van horizontaal en als kijker scannen we razendsnel beelden, op zoek naar interactieve symbolen zoals linkjes en play buttons. Onze aandachtsspanne lijkt korter en korter te worden door het internet. Door de komst van de computer hebben we nu van alles en nog wat tegelijk openstaan en zijn we gewend aan de mindset van multitasken, ook in onze vrije tijd. We lijken sneller afgeleid en verveeld en kunnen bijna niet zonder onze smartphone.
Met deze woorden realiseer ik me dat dit blog ook niet te lang moet worden…
Voor wie de laatste zin van dit stukje heeft gehaald: petje af.