DIT ARTIKEL IS GESCHREVEN VOOR ‘BIBLIOTHEEK NIEUWE STIJL’, 01-04-2017.
Afgelopen week stond ik in het Digilab een mail te beantwoorden. Het was hoog tijd dat dit mailtje de deur uit ging, dus enige haast was geboden. Nu had ik niet gezien dat iemand met me meekeek. Het was een jongen die zich verbaasde over mijn snelheid op het toetsenbord. Dit terwijl mijn typevaardigheid niet zo bijzonder is.
Gek genoeg was dit iets dat ik vaker zag: de jeugd kan niet zo snel typen en is zelfs het toetsenbord niet meer gewend. Dit had ik nou niet zien aankomen, was dit niet die jeugd die met technologie en alle digitale vaardigheden is opgegroeid? De kinderen die mij vaak juist dingen uitleggen over apps, games of memes die ik niet ken? En waar kwam bij mij dan die aanname vandaan dat deze jeugd blind zou kunnen typen?
Ik besloot het uit te zoeken en zag dit voorbeeld opeens in verband staan met een groter geheel.
Aanpassen door noodzaak
Toen ik op de basisschool zat was er nog een ouderwetse typecursus. Zo eentje op de typemachine. Mijn ouders wilden graag dat ik deze cursus ging doen, maar dit vond ik zelf maar niets. Typen was iets voor nerds, het was niet cool en de vaardigheid werd toen nog veel met administratief werk geassocieerd. Een receptionist kon misschien wel blind typen, maar wij besloten om goed te worden in 8-bit Nintendo of tekenen en sport. Dat was veel leuker.Read More »